Dat we sneller iets merken van vertragingen, komt doordat het steeds drukker op het spoor wordt. Goederentreinen, sprinters en intercity’s delen het spoor. Als één trein vertraging oploopt, heeft dat consequenties voor de rest. En omdat treinen elkaar niet kunnen passeren, is de impact groter. Dat geldt helemaal voor de delen op het spoor waar we over een enkel spoor rijden (zoals op het traject Zwolle-Enschede tussen Zwolle en Wierden). Als er vertraging ontstaat dan lopen niet alleen de treinen na deze trein vertraging op, maar ook de treinen die uit de andere richting komen. Zij moeten allemaal over hetzelfde enkele spoor en dus op elkaar wachten. Je kan het vergelijken met een kaartenhuis. Als een kaart valt heeft dat vaak ook gevolgen voor andere kaarten.